Fruitbomen in het Stadspark worden elk jaar gesnoeid door de vrijwilligers van de Hoogstambrigade Utrechtse Waarden.
|
SNOEIEN FRUITBOMEN IN HET STADSPARKSinds 2020 worden de fruitbomen in het Stadspark jaarlijks gesnoeid door de vrijwilligers van de Hoogstambrigade Utrecht. Men zou zich de vraag kunnen stellen waarom dat nodig is. Andere bomen zoals essen en populieren worden toch immers ook maar zelden gesnoeid? Hieronder leggen we uit waarom dat snoeien nodig is en hoe we daarbij te werk gaan. Om dat te begrijpen is enige uitleg nodig over de groei-eigenschappen van hedendaagse fruitbomen.Fruitbomen zijn een cultuurproduct Zoals de moderne koe door eeuwenlange selectie uit het oerrund is ontstaan, zo zijn ook appels, peren en pruimen door kruisen en selectie ontwikkeld uit de oorspronkelijke wilde soorten. Dat selectieproces heeft er onder meer toe geleid dat de vruchten veel groter zijn dan van de wilde soort. Een tweede gevolg is dat de rassen op een enkele uitzondering na niet meer zaadvast zijn. Dat betekent dat als je honderd zaden van bijvoorbeeld een Elstar laat kiemen, je honderd verschillende variëteiten krijgt die meer of minder kunnen lijken op een Elstar, maar waarvan geen enkele alle gunstige eigenschappen zal hebben van de moederboom. Fruitbomen worden daarom niet vermeerderd uit zaad, maar door enten. Dat enten geschiedt door van het gewenste ras een takje of een knop - waarin wel alle erfelijke eigenschappen van de moederboom verankerd zijn - te laten samengroeien met een specifieke onderstam. Een derde gevolg van het selectieproces is dat de onderscheiden rassen een uiteenlopende groeiwijze hebben, met steil groeiende of juist hangende takken, sterk verschillen in hoe groot de boom kan worden en ook meer of minder gevoelig zijn voor ziekten en plagen. De ziektegevoeligheid en hoe groot een boom kan worden, wordt ook nog eens mede bepaald door de onderstam waarop het ras is geënt. De fruitbomen in het Stadspark De fruitbomen in het Stadspark zijn veelal geënt op onderstammen die de boom kunnen laten uitgroeien tot een groot formaat hoogstamboom. Een traditionele hoogstamappelboom heeft vaak een stam die op zo'n twee meter hoogte is vertakt in een krans van drie tot vijf zogenaamde gesteltakken. Het uiterlijk is meer of minder bolvormig. Veel appelbomen in het Stadspark hebben ook een tweede laag gesteltakken, hetgeen de bomen een wat meer opgaand karakter geeft. De perenbomen hebben een piramidale vorm waarbij de stam meerdere kransen van gesteltakken draagt. De gemeente wil de bomen in het Stadspark graag in die traditionele vorm behouden. Voor de Hoogstambrigade is dat dan ook een uitgangspunt bij het snoeien. Waarom en hoe wordt gesnoeid De snoei van jonge bomen is primair gericht op het verkrijgen van de gewenste karakteristieke vorm. Als je jonge fruitbomen na aanplant aan hun lot over laat, dan krijg je vaak bomen waarvan de beoogde gesteltakken door het gewicht van de (onnatuurlijk) zware vruchten kunnen gaan hangen en daardoor te zwak blijven. Door te snoeien in de jonge gesteltakken en door te voorkomen dat te veel groei in de kop gaat zitten, zullen met meer zekerheid stevige gesteltakken ontstaan. Een ander aandachtspunt bij de opbouw van een boom is het creëren van zgn. ladderzetten. Dat zijn vertakkingen in de boom waarin een ladder kan worden gezet, opdat veilig en makkelijk vanaf een ladder kan worden gesnoeid en geplukt. Bij oudere bomen is de snoei er op gericht voldoende licht en lucht in de bomen te houden. Dat levert mooier fruit op, vermindert de ziektegevoeligheid en vergemakkelijkt ook het snoeien. Daartoe worden overtollige takken weggesnoeid, waaronder ook het reactiehout. Bij oude bomen wordt ook verjongingssnoei toegepast. Daarbij worden geregeld oude takken geheel of gedeeltelijk weggezaagd, waardoor de boom geprikkeld wordt nieuwe scheuten te ontwikkelen. Door die aanpak kan de levensduur van een boom worden verlengd. Bij de snoei van oudere bomen is het open snoeien van dichtgegroeide ladderzetten mede een aandachtspunt. Snoeien doet groeien Door snoeien wordt de balans tussen de groeipotentie van de wortels en de kroon verstoord. De boom reageert op snoei door slapende knoppen wakker te maken, waardoor veel steil opgaande nieuwe scheuten ontstaan, ook wel reactiehout genoemd. Hoe meer gesnoeid, hoe sterker die reactie en hoe meer reactiehout. Waar het nodig is bomen flink uit te dunnen, doen we dat daarom niet altijd in één keer, maar uitgesmeerd over meerdere jaren. Dat sommige bomen er na de snoei nog steeds vrij vol uitzien, is dus een bewuste keuze om een al te explosieve vorming van reactiehout te voorkomen. Bij de snoei van de oudere bomen wordt het meeste van dat zgn. reactiehout weggesnoeid. Het zal opvallen dat sommige bomen na afloop van de snoeisessie geen enkel spoor van snoeiwerk tonen. Dan gaat het veelal om pruimen- en kersenbomen. Om aantasting door ziekten te voorkomen worden die fruitsoorten bij voorkeur niet (kers) of pas in het voorjaar of na de oogst gesnoeid (pruim). Ook de notenbomen in het park hoeven in beginsel niet te worden gesnoeid. |